Mickey Mouse

Mickey Mouse. Walt Disney’s meest bekende karakter, debuteerde voor het eerst op het witte doek op 18 november 1928, als ster van de allereerste cartoon mét geluid, Steamboat Willy. Sinds zijn debuut, is Mickey Mouse een internationale bekendheid geworden, die de financiële basis legde waarmee Walt Disney zijn creatieve organisatie kon opbouwen. Naast de personificatie van alles wat met Disney te maken heeft, is Mickey Mouse één van de meest universele symbolen van de twintigste eeuw geworden.

Mickey Mouse is in begin 1928 in Walt Disney’s fantasie ontstaan, terwijl hij met de trein van New York naar Los Angelos reisde. Walt kwam met zijn vrouw terug van een zaken bijeenkomst, waar hij zijn creatie, Oswald, het konijn was kwijtgeraakt aan zijn investeerders. Nog maar 26 lentes jong, met een goed lopende tekenfilmstudio was Walt naar het oosten afgereisd om een nieuw contract te tekenen waarmee hij meer geld zou krijgen om de kwaliteit van zijn Oswald tekenfilms te kunnen verbeteren. De investeerders weigerden echter en omdat zij de rechten van het karakter bezaten, namen ze de controle over. “…dus ik was alleen en had niets”, zei Walt later hierover. “Mevrouw Disney en ik kwamen terug uit New York met de trein en ik moest iets hebben om ze thuis te vertellen. Ik was Oswald kwijt en ik had deze muis in mijn achterhoofd omdat een muis een sympatiek karakter is ondanks het feit dat iedereen er bang voor is, inclusief mijzelf.” Walt spendeerde de terugreis tekenend een muis in een rode broek en noemde hem “Mortimer” Tegen de tijd dat de trein het eindstation in Los Angeles bereikte, was de nieuwe droom muis ontworpen. Walt’s vrouw, Lilian, vond de naam “Mortimer” te pompeus en stelde “Mickey” voor. Een ster was geboren!

Terug gekomen in de studio, Walt en zijn hoofd animator, Ub Iwerks, begonnen meteen aan de eerste Mickey Mouse tekenfilm, Plane Crazy. Het enthousiastme waarmee de kleine groep artiesten het project afmaakte smolt als sneeuw voor de zon toen geen enkele uitgever de film wilde kopen. Walt weigerde zich erbij neer te leggen en produceerde een tweede stille Mickey Mouse tekenfilm, Gallopin’ Gaucho. Eind 1927, Warner Brother introduceerde geluid in de film, in The Jazz Singer met Al Jolson. Dit betekende al snel het begin van het einde van de stille film. Zo gebeurde het, in 1928, dat Walt stopte waar hij mee bezig was en begon aan de derde Mickey Mouse tekenfilm, met geluid: Steamboat Willy.

Voor het opnemen van de soundtrack, nam Walt de film mee naar New York, omdat niemand aan de west kust in staat was dat te doen. Walt investeerde alles wat hij had in de film. Toen de film uiteindelijk klaar was, vertoonde hij het aan de uitgevers van New York. De manager van het Colony Theatre mocht de jonge producent wel en besloot het er op te wagen met zijn film. Steamboat Willie was een overdonderend succes en Walt werd het gesprek van de dag in het hele land. Aangemoedigd door het artistieke en populaire succes van Steamboat Willie, voegde Disney ook geluid toe aan de eerste twee cartoons en was in staat een pakket van drie cartoons aan de uitgevers aan te bieden. Net als bij de Mickey Mouse cartoon’s tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde Walt zelf voor de stemmen. Toen in 1946 Walt het zelf te druk kreeg nam Jim McDonald, een ervaren geluidstechnicus het over. (Jim McDonald bleef vervolgens de stem van Mickey Mouse bijna dertig jaar doen, tot zijn pensioen in 1974. Nadat hij met pensioen was gegaan, volgde Wayne Allwine hem op om de stem van Mickey Mouse te doen. Wayne heeft tot op heden nog steeds altijd het inspreken van Mickey Mouse zijn stem gedaan).

De populariteit van Mickey Mouse schoot als een raket omhoog. Zijn cartoons werden zo populair dan mensen eerst vroegen of er ‘een Mickey’ voorfilmpje was voor ze een kaartje kochten. Al snel vertoonden theaters posters waarop stond dat Mickey Mouse vandaag speelt. Het was niet ongewoon dat vaste klanten bleven zitten om hem nog een keer te zien. De jaren dertig waren gouden tijden voor Mickey Mouse; 87 cartoons met de multi-getallenteerde muis in de hoofdrol werden in die tijd gemaakt door Walt Disney. Hij speelde elke rol: van brandweerman tot reuzendoder, van cowboy tot uitvinder en van detective tot loodgieter. Technisch en artistiek gezien waren de Mickey Mouse cartoons superieur aan vergelijkbare cartoons en brachten een hele familie aan getekende karakters voort zoals Minnie Mouse, Clarabelle Cow, Horace Horsecollar, Goofy, Pluto, Donald Duck, Peg Leg Pete en velen anderen.

Het artistieke succes van de tekenaars werd beloond in 1932 toen Walt Disney een Oscar ontving voor de creatie van Mickey Mouse. Uit de populairiteit van Mickey Mouse ontstond in 1929 een Mickey Mouse Club waarin elke zaterdag in de theaters een middagje cartoons en spelletjes georganiseerd werden. De enkele miljoenen clubleden hadden een geheime handdruk, een speciale begroeting, speciale regels voor gedrag en zelf een eigen clublied, “Minnie’s Yoo Hoo”. Het hoogtepunt van Mickey’s gouden tijden was zijn hoofdrol in “Sorcerer’s Apprentice” in de film Fantasia (1940), een grootse artistieke innovatie. Het beelde muziek uit in kleuren, vormen, beweging en een verhaal. De animatie technieken waren hun tijd ver vooruit en zijn nooit ge-evenaard. Fantasia introduceerde ook stereo in de theaters, waar andere studio’s pas tien jaar later mee kwamen.

Met de nadering van de Tweede Wereld oorlog, legde de Disney Studios alle commerciele aktiviteiten stil en concentreerde zich op trainingsfilms en het maken van posters om goodwill te kweken en mensen over te halen in het leger te gaan. Mickey Mouse speelde daarbij een belangrijke rol bij het aanmoedigen van nationale veiligheid en aankoop van obligaties. Het wachtwoord op D-Day (6 juni, 1944) van de geallieerden was, ongelooflijk maar waar, ‘Mickey Mouse’. Na de oorlog keerde Mickey Mouse terug naar de cartoons en verscheen in zijn tweede film, ‘Fun and Fancy Free’ (1947), waarin hij samen met Goofy en Donald Duck in een nieuwe versie van ‘Jack and the Beanstalk’ speelde, met de toepasselijke titel ‘Mickey and the Beanstalk’.

Gedurende de veertiger jaren en begin vijftiger jaren maakte Mickey Mouse steeds minder cartoons, ten voordele van Donald Duck, Goofy en Pluto, omdat hun karakters meer vrijheid hadden. Mickey Mouse ontwikkeling in een Disney symbool maakte het steeds moeilijker om verhalen te ontwikkelen. Als Mickey zijn geduld zou verliezen of iets gluiperigs zou doen, zouden fans meteen schrijven dat Mickey zoiets niet zou doen.
Na het succes van de Disneyland televisie show in 1954, gaat Disney akkoord om het jaar erna een middagprogramma te gaan maken voor ABC. Het werd de Mickey Mouse Club, wat het meest succesvolle jeugdprogramma allertijden zou worden. In 1977 debuteerde ‘The New Mickey Mouse Club, waarin 12 nieuwe Mouseketeers. Een derde generatie Mouseketeers verscheen in 1989 op de televisie in The Mickey Mouse Club, op doordeweekse dagen ’s middags op The Disney Channel.

Mickey Mouse verhuisde in 1955 naar Disneyland om gastheer te worden van het themapark, jaarlijks miljoenen bezoekers te verwelkomen, handen te schudden, te poseren voor foto’s en de grote parade’s te leiden tijdens nationale vakantie’s. In 1971 hielp hij de Walt Disney World Resort te openen; in 1983 trok hij een komono aan voor de opening van Tokio Disneyland; en in 1992 droeg hij een barret voor de opening van wat we nu Disneyland Parijs noemen. Zijn andere actviteiten zijn publieke optredens over de gehele wereld voor de Walt Disney Company.

Mickey Mouse wordt geeerd op drie van de Disney themaparken doordat er ‘landen’ zijn gecreeerd in zijn naam. Mickey’s Birthdayland (nu Mickey’s Starland), geopend op 18 november 1988 in de Magic Kingdom in Walt Disney World om Mickey te ere van zijn 60e verjaardag. Mickey’s Toontown, geopend in 1993 in Disneyland en in 1996 in Tokyo Disneyland zijn beiden de plaats voor Mickey en zijn cartoon vrienden.

Na al die jaren, begint men te begrijpen waarom Mickey Mouse uit de jaren 30 zo populair was. Hij was een kleine man, geboren uit de depressie gebruik makend van de zwakke plekken van de mens en leerde hen weer te lachen. Maar het belangrijkste was dat hij een karakter was met grote dromen en zijn dromen waren universeel.

Eén van de grootste complimenten die Mickey Mouse ooit gekregen heeft is van Walt Disney zelf, tijdens zijn eerste televisie show terwijl hij zijn ogen over Disneyland liet glijden, Walt zei toen: “Ik hoop dat we één ding nóóit zullen vergeten… dat dit allemaal begonnen is met een muis.”

Films met Mickey Mouse
1. Steamboat Willie (1928)
2. The Gallopin’ Gaucho (1928)
3. Plane Crazy (1928)
4. The Barn Dance (1928)
5. The Opry House (1929)
6. When the Cat’s Away (1929)
7. The Barnyard Battle (1929)
8. The Plow Boy (1929)
9. The Karnival Kid (1929)
10. Mickey’s Follies (1929)
11. Mickey’s Choo-Choo (1929)
12. The Jazz Fool (1929)
13. Jungle Rhythm (1929)
14. The Haunted House (1929)
15. Wild Waves (1929)
16. Just Mickey (1930)
17. The Barnyard Concert (1930)
18. The Cactus Kid (1930)
19. The Fire Fighters (1930)
20. The Shindig (1930)
21. The Chain Gang (1930)
22. The Gorilla Mystery (1930)
23. The Picnic (1930)
24. Pioneer Days (1930)
25. The Birthday Party (1931)
26. Traffic Troubles (1931)
27. The Castaway (1931)
28. The Moose Hunt (1931)
29. The Delivery Boy (1931)
30. Mickey Steps Out (1931)
31. Blue Rhythm (1931)
32. Fishin’ Around (1931)
33. The Barnyard Broadcast (1931)
34. The Beach Party (1931)
35. Mickey Cuts Up (1931)
36. Mickey’s Orphans (1931)
37. The Duck Hunt (1932)
38. The Grocery Boy (1932)
39. The Mad Dog (1932)
40. Barnyard Olympics (1932)
41. Mickey’s Revue (1932)
42. Musical Farmer (1932)
43. Mickey in Arabia (1932)
44. Mickey’s Nightmare (1932)
45. Trader Mickey (1932)
46. The Whoopee Party (1932)
47. Touchdown Mickey (1932)
48. The Wayward Canary (1932)
49. The Klondike Kid (1932)
50. Mickey’s Good Deed (1932)
51. Building a Building (1933)
52. The Mad Doctor (1933)
53. Mickey’s Pal Pluto (1933)
54. Mickey’s Mellerdrammer (1933)
55. Ye Olden Days (1933)
56. The Mail Pilot (1933)
57. Mickey’s Mechanical Man (1933)
58. Mickey’s Gala Premiere (1933)
59. Puppy Love (1933)
60. The Steeplechase (1933)
61. The Pet Store (1933)
62. Giantland (1933)
63. Shanghaied (1934)
64. Camping Out (1934)
65. Playful Pluto (1934)
66. Gulliver Mickey (1934)
67. Mickey’s Steam-Roller (1934)
68. Orphan’s Benefit (1934)
69. Mickey Plays Papa (1934)
70. The Dognapper (1934)
71. Two-Gun Mickey (1934)
72. Mickey’s Man Friday (1935)
73. The Band Concert [1st Color] (1935)
74. Mickey’s Service Station [B&W] (1935)
75. Mickey’s Kangaroo [B&W] (1935)
76. Mickey’s Garden (1935)
77. Mickey’s Fire Brigade (1935)
78. Pluto’s Judgement Day (1935)
79. On Ice (1935)
80. Mickey’s Polo Team (1936)
81. Orphans’ Picnic (1936)
82. Mickey’s Grand Opera (1936)
83. Thru the Mirror (1936)
84. Mickey’s Rival (1936)
85. Moving Day (1936)
86. Alpine Climbers (1936)
87. Mickey’s Circus (1936)
88. Mickey’s Elephant (1936)
89. The Worm Turns (1937)
90. Magician Mickey (1937)
91. Moose Hunters (1937)
92. Mickey’s Amateurs (1937)
93. Hawaiian Holiday (1937)
94. Clock Cleaners (1937)
95. Lonesome Ghosts (1937)
96. Boat Builders (1938)
97. Mickey’s Trailer (1938)
98. The Whalers (1938)
99. Mickey’s Parrot (1938)
100. Brave Little Tailor (1938)
101. The Fox Hunt (cameo) (1938)
102. Society Dog Show (1939)
103. The Pointer (1939)
104. Mickey’s Surprise Party (commercial) (1939)
105. The Standard Parade (commercial) (1940)
106. Tugboat Mickey (1940)
107. Pluto’s Dream House (1940)
108. Mr. Mouse Takes a Trip (1940)
109. Fantasia (“Sorcerer’s Apprentice”) (1940)
110. The Little Whirlwind (1941)
111. The Nifty Nineties (1941)
112. Orphans’ Benefit (remake) (1941)
113. A Gentleman’s Gentleman (1941)
114. Canine Caddy (1941)
115. Lend A Paw (1941)
116. Mickey’s Birthday Party (1942)
117 All Together (Commercial) (1942)
118. Symphony Hour (1942)
119. Pluto and the Armadillo (1943)
120. Squatter’s Rights (1946)
121. Fun and Fancy Free (“Mickey and the Beanstalk”) (1947)
122. Mickey’s Delayed Date (1947)
123. Mickey Down Under (1948)
124. Pluto’s Purchase (1948)
125. Mickey and the Seal (1948)
126. Pueblo Pluto (1948)
127. Crazy Over Daisy (cameo) (1950)
128. Plutopia (1951)
129. R’coon Dawg (1951)
130. Pluto’s Party (1952)
131. Pluto’s Christmas Tree (1952)
132. The Simple Things (1953)
133. Mickey Mouse Disco (1980)
134. Once Upon a Mouse (1981)
135. Mickey’s Christmas Carol (1983)
136. Who Framed Roger Rabbit (1988)
137. The Prince and the Pauper (1990)
138. Runaway Brain (1995)
139. Pluto Gets the Paper: Spaceship (1999)
140. Mickey’s Once Upon a Christmas (1999)
141. Fantasia 2000( (“Sorcerer’s Apprentice”) (2000)
142. Mickey, Donald, Goofy The Three Musketeers (2004)
143. Mickey’s Twice Upon a Christmas (2004)

Mickey Mouse verscheen ook in diverse televisie programma’s